Met de samenwerking in zorg en onderzoek willen het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie en het UMC Utrecht de zorg voor hun patiënten verbeteren. Daarnaast zullen ze een landelijke rol gaan spelen in de kindergeneeskunde. “We zijn samen een grote concentratieplek voor zieke kinderen en dat brengt een verantwoordelijkheid met zich mee.”
Max van Noesel, medisch hoofd in het Prinses Máxima Centrum, en Edward Nieuwenhuis, manager medische zaken in het WKZ, zijn eensgezind terwijl ze de brug oversteken die de beide ziekenhuizen met elkaar verbindt. Deze samenwerking zal tot positieve ontwikkelingen leiden, daarvan zijn beide overtuigd. Max: “Concentratie van zorg geeft kennis, geeft inzicht. Veel kankersoorten bij kinderen komen gelukkig maar zelden voor. Om daar toch maximaal van te kunnen leren hebben we die zorg en dat onderzoek bij elkaar gebracht. We zien nu al de effecten daarvan. Door alle kinderoncologen in één centrum onder te brengen kunnen we kwalitatief betere zorg bieden, op een efficiëntere en doelmatiger wijze.”
Levensloopzorg
Op het gebied van zorg kunnen beide ziekenhuizen van elkaar profiteren. Voor een kind met kanker zijn namelijk niet alleen oncologen nodig. Veel van deze patiënten hebben ook complexe nier- of darmproblemen of lastige infecties. Daarbij komen de specialisten uit het WKZ om de hoek kijken. Ook voor een operatie of een ic-opname gaan ze van het Prinses Máxima Centrum via de brug naar het WKZ.
Edward verwacht veel van het Prinses Máxima Centrum te kunnen leren. “Wij richten ons op levensloopzorg, daarbij proberen we ervoor te zorgen dat een kind later zo min mogelijk negatieve effecten heeft van de behandelingen. Het Prinses Máxima Centrum is daar al verder in, met de poli LATER voor late effecten van kankerbehandeling op de kinderleeftijd. Van de protocollaire zorg die het Prinses Máxima Centrum toepast, kunnen wij eveneens veel opsteken.” Ook Max ziet de voordelen. “Het WKZ en het UMC Utrecht innoveren veel. Bijvoorbeeld in radiotherapie, radiologie en in ic-zorg. Daar profiteren we van. We kunnen als in een snoepwinkel uitkiezen wat we nodig hebben of samen verder ontwikkelen. Daardoor kunnen wij ons volledig op de kankerzorg focussen.”
Zeldzame kankersoorten
Als het om wetenschappelijk onderzoek gaat, levert de samenwerking eveneens pluspunten op. Max: “Voor de klinische research zit de winst 'm vooral in het feit dat alle kinderen – ook met zeldzame kankersoorten – nu in één centrum bij elkaar zijn. We worden daarmee groot en krijgen een gezicht als centrum voor nieuwe geneesmiddelen bij kinderen. Daar gaan kinderen van profiteren. Het preklinische onderzoek wordt veel beter doordat we hier met de hele campus – inclusief het UMC Utrecht en het Hubrecht Instituut – kunnen samenwerken.” Edward voegt toe: “Samen kunnen we fantastische dingen gaan doen die de zorg echt verder brengen, echte topwetenschap bedrijven. Door samen te gaan is het moleculair onderzoek bij kinderen bijvoorbeeld verhonderdvoudigd. Bedenk eens wat dat op gaat leveren! En niet alleen voor kinderen met kanker trouwens. Vijftig procent van het kankeronderzoek is net zo relevant voor andere kinderen.”
Terwijl Max en Edward af en toe ruimte maken voor een patiënt die per bed van het Prinses Máxima Centrum naar het WKZ – of weer terug – wordt vervoerd, komen zij tot een duidelijke conclusie: door samen te werken, kunnen de ziekenhuizen zich aan elkaar optrekken. De stappen die ze los van elkaar zouden kunnen maken, veranderen door deze samenwerking in grote stappen naar betere zorg; nu en in de toekomst, voor alle kinderen in Nederland.
Verder lezen?
Lees meer over kinderoncologie op hetwkz.nl.