De ene zeventigplusser is een vitale wereldreiziger, terwijl de ander met vele ziekten en cognitieve stoornissen kampt. “Een leeftijdsgroep met grote gezondheidsverschillen. Daar moeten we onze zienswijze en behandelingen beter op aanpassen.” Aan het woord is hoogleraar Klinische Geriatrie, Mariëlle Emmelot-Vonk. Ze onderzoekt wat het maakt dat de ene oudere zoveel kwetsbaarder is dan de ander.
Aan de ene kant hebben ouderen met onderbehandeling te maken, stelt
. “Fitte ouderen kunnen met de juiste behandeling bij een aandoening nog jaren vooruit. Toch krijgen zij vaak te maken met het idee dat behandelen niet meer de moeite waard is op hun leeftijd.” En aan de andere kant is er overbehandeling. “Dan hebben we het over kwetsbare ouderen waarbij we maar doorgaan met behandelen, terwijl voor hun kwaliteit van leven het misschien beter is als we geen (grote) behandelingen meer doen.”
Meer onderzoek bij ouderen
Mariëlle pleit er daarom voor om veel meer te selecteren welke ouderen gebaat zijn bij welke behandeling. “Om die selectie goed te kunnen maken is er meer onderzoek nodig bij ouderen. Bijna al het wetenschappelijk medisch onderzoek gebeurt bij mensen – en dan vooral mannen – tussen de vijftig en de zeventig jaar. Het is niet gezegd dat die resultaten ook altijd gelden voor ouderen.”
Er zijn diverse redenen dat ouderen vrijwel niet worden meegenomen in wetenschappelijk onderzoek. Ouderen met cognitieve stoornissen, kunnen geen weloverwogen toestemming geven voor het onderzoek. Bovendien hebben veel ouderen meerdere aandoeningen en slikken ze meerdere medicijnen, wat de onderzoeksresultaten vertroebelt. Ten slotte is het ook voor veel ouderen te belastend om vaker dan noodzakelijk naar het ziekenhuis te komen voor onderzoek.
Combineren
Begrijpelijk dus, dat ouderen relatief weinig in het reguliere onderzoek worden meegenomen. “Maar dat betekent niet dat onderzoek niet noodzakelijk is. Daarom wil ik veel meer zorg en onderzoek combineren. Niet het gebruikelijke gerandomiseerde dubbelblinde onderzoek, maar gebruik maken van de informatie die we in de zorg verzamelen. We moeten beter in kaart brengen welk resultaat onze behandelingen bij welke patiënten hebben. Dat kunnen we doen door de gegevens die we in de patiëntenzorg verzamelen, vast te leggen en te vergelijken. Dan heb ik het niet alleen over de lichamelijke gegevens van een patiënt, maar ook over de psychische, de functionele en de emotionele. Gegevens over hoe mobiel iemand is en wat hij nog allemaal doet, maar ook hoe hij zich voelt en hoe z’n sociale systeem eruit ziet, bijvoorbeeld of hij veel steun krijgt van omringende familie of alleen is. Als je al die informatie combineert met de resultaten van een behandeling, de ervaren kwaliteit van leven en het functioneren na een behandeling, is beter te voorspellen welke behandeling bij welke patiënt zinvol is. Nu zien we ouderen nadat ze ontslagen zijn uit het ziekenhuis na bijvoorbeeld een operatie slechts een enkele keer terug en weten we niet wat de behandeling hen uiteindelijk opleverde.” Om dit onderzoeken wordt daarom aan patiënten gevraagd deel te nemen aan een onderzoek waarbij standaard drie en twaalf maanden na de opname gegevens worden verzameld gericht op het functioneren van de patiënt en de kwaliteit van leven.
Zelfredzaamheid
Sinds een aantal jaar is het in het UMC Utrecht al gebruikelijk dat bij grote behandelingen, zoals een operatie of oncologische behandeling, bij patiënten boven de zeventig jaar een geriater betrokken is. “Als iemand vanwege benauwdheid als gevolg van een probleem met de hartklep bij de cardioloog komt, zal die vooral kijken hoe hij de aandoening kan oplossen. Vanuit de
verrichten wij aanvullend onderzoek en gaan in gesprek met deze patiënt, zijn familie en de cardioloog om samen te beoordelen, of een operatie wel de beste behandeling voor deze patiënt is. Want bij kwetsbare ouderen kan dat soms behoorlijk ten koste gaan van de kwaliteit van leven en de zelfredzaamheid. Daarnaast geven wij adviezen aan de patiënt, de familie en het behandelteam over hoe deze patiënt zo goed mogelijk door de operatie heen kan komen en zo snel mogelijk weer op kan knappen.”
Hart- en vaatziekten
“Daarnaast is het belangrijk om meer te weten over de risicofactoren die tot kwetsbaarheid leiden. Het lijkt er namelijk op dat zowel risicofactoren die een rol spelen bij hart- en vaatziekten (denk aan hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte) als
zelf tot kwetsbaarheid kunnen leiden. Door meer in te zetten op preventie kunnen we deze risicofactoren terugdringen, met minder hart- en vaatziekten én minder kwetsbaarheid tot gevolg.”
Om dit alles ook daadwerkelijk aan te tonen en te kunnen gebruiken in de zorg, is het onderzoek nodig dat Mariëlle opzet. Dit doet zij samen met enkele andere ziekenhuizen in de regio en in Nederland. “Over enkele jaren hopen we de eerste resultaten te hebben. Dan kunnen we hopelijk beter selecteren bij wie behandelen zinvol is - en welke behandeling dan - om uiteindelijk ertoe bij te dragen dat iedereen zo goed mogelijk oud wordt.”
Meer informatie over het medisch specialisme voor kwetsbare ouderen (geriatrie) op umcutrecht.nl