Informatie over de narcose

• Slaapmedicijnen. Dit is nodig om u onder narcose te houden.
• Pijnstillers. Dit zijn sterke medicijnen zoals opiaten, die zorgen dat u geen pijn voelt tijdens de operatie.
• Spierverslappers. Voor de operatie moeten uw spieren slap zijn, zodat de chirurg kan opereren. 
• Medicijnen voor uw hart en bloeddruk. Bij een grote operatie of wanneer u ziektes aan hart- of bloedvaten heeft, krijgt u tijdens de operatie medicijnen. Deze medicijnen houden uw bloeddruk goed en laten uw hart goed werken. 
• Antibiotica. Dit krijgt u om een de kans op een ontsteking rondom de operatie te verminderen.

• We meten met plakkers met kabeltjes uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte. Deze kabels sluiten we aan als u op de operatiekamer komt.
• U krijgt een infuus, zodat we medicijnen, vocht en bloed kunnen geven.
• U krijgt een kapje met zuurstof vlak voordat u gaat slapen. We willen graag dat uw longen vol verse zuurstof zitten vlak voor we u in slaap maken. Zodra u slaapt stopt u zelf met ademhalen en plaatsen we in uw keel een beademingsbuisje om u te helpen met ademen. Dat hoort bij de narcose. Dit buisje wordt verwijderd zodra u wakker wordt en weer goed zelf kunt ademen. De meeste mensen kunnen zich niet herinneren dat dit buisje verwijderd is, omdat ze nog te slaperig waren.
• Veel mensen krijgen plakkers op het voorhoofd zodat we tijdens de operatie kunnen meten hoe diep u slaapt.
• Als uw operatie langer dan 2 uur duurt, krijgt u een urinecatheter als u slaapt. Dit is een slangetje in de blaas. Door de slaapmedicijnen kunt u niet zelf plassen. Ook kunnen we hiermee meten hoeveel u plast. 

Krijgt u een grote operatie, dan krijgt u meestal ook de volgende infusen of drains. Dit zullen we u altijd vertellen tijdens het gesprek met de anesthesioloog.

• Infuus in de slagader van uw arm. Dit wordt meestal geplaatst als u slaapt maar soms kan het nodig zijn dit al te doen voordat u gaat slapen. Via dit infuus kunnen we namelijk iedere seconde uw bloeddruk meten. Dit is nodig bij een grote operatie , zodat we snel kunnen zien of uw bloeddruk verandert. Ook kunnen we via dit infuus bloed afnemen zonder extra prikken. Dit infuus wordt na een paar dagen verwijderd.
• Infuus in de grote halsader als u slaapt. Dit extra infuus is nodig voor speciale medicijnen voor uw hart. Dit infuus wordt na een paar dagen verwijderd.
• Maagsonde. Als we verwachten dat u na de operatie niet goed kunt eten, dan krijgt u een maagsonde waarover u sondevoeding kunt krijgen. Dit doen we vaak bij grote buikoperaties.
• Echo van het hart via een slang in uw slokdarm als u slaapt. Dit doen we alleen bij hartoperaties. Dan willen we namelijk precies weten hoe uw hart werkt. Aan het einde van de operatie verwijderen we de echoslang weer. U merkt hier niets van.
• Aan het einde van de operatie plaatst de chirurg drains. Door de drains kan bloed, ander vocht of lucht weglopen.

• U krijgt een infuus zodat we medicijnen, vocht en bloed kunnen geven. Soms is het nodig om ook al onder lokale verdoving een infuus in de slagader van uw arm te geven.
• We meten uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte. 
• Nadat we met het hele team de laatste controlevragen doornemen (waarbij we u nogmaals vragen naar uw naam en geboortedatum) en gecontroleerd hebben of alle spullen klaar staan, gaan we beginnen met de narcose.
• U krijgt een kapje met zuurstof en de slaapmedicijnen komen via het infuus. 
• Als u slaapt plaatsen we een beademingsbuisje. Wanneer nodig plaatsen we nog extra infusen en/of urinecatheters.  
• Als deze stappen klaar zijn en alles stabiel gaat, dan kan de chirurg met de operatie beginnen.
• Tijdens de ingreep is er altijd een anesthesioloog of anesthesiemedewerker bij u. Zij houden in de gaten of u diep genoeg slaapt en hoe het gaat met het hart, de longen en de bloeddruk. Zo nodig geven we u medicijnen om dit te ondersteunen.
• Aan het einde van de ingreep maken we u wakker of brengen we u slapend naar de uitslaapkamer of Intensive Care.