Gastroscopie
Gastroscopie
Het doel van dit onderzoek is het zichtbaar maken, beoordelen en eventueel behandelen van het slijmvlies van de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm. Tijdens het onderzoek beoordelen we of er sprake is van een ontsteking van het slijmvlies, Barrett slijmvlies, poliepen of maag/slokdarmkanker.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Neem contact op met u arts als u:
- Allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen.
- Aan een hart- of longaandoening lijdt.
Als u diabetes mellitus heeft en insuline gebruikt, moet u op de dag van de gastroscopie de ochtenddosis insuline aanpassen in overleg met uw arts.
Eten en drinken
Voor een gastroscopie moet uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf zes uur voor het onderzoek niet meer mag eten, drinken en roken.
Het onderzoek kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Bloedverdunners
Gebruikt u bloedverdunners? In sommige gevallen moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van de bloedverdunners vóór de gastroscopie. Overleg dit altijd met de arts die de gastroscopie heeft aangevraagd.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Keelverdoving
U kunt kiezen voor een keelverdoving. Uw keel wordt dan verdoofd met een spray. De spray zorgt ervoor dat u minder hoeft te kokhalzen bij het inbrengen van de gastroscoop.
Verdoving: een roesje
Tijdens de gastroscopie kunt u gebruik maken van een roesje. Het is geen narcose. Het roesje zorgt ervoor dat u tijdens het onderzoek slaperig bent. Dit vermindert de eventuele spanning. Met een roesje hebt u wel wat meer kans op complicaties. Het slaapmiddel krijgt u via een naald in uw arm of via een infuus toegediend. Weet u uit eerdere ervaringen dat het plaatsen van een infuusnaaldje moeilijk is, wilt u dit dan tijdig aan ons doorgeven.
Het begin van de gastroscopie
De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de voorbereidingskamer. Hier nemen wij uw gegevens met u door. Als u een roesje krijgt, brengen wij een infuusnaald in. Een endoscopieverpleegkundige haalt u met bed en al op en rijdt u naar de onderzoeksruimte. De arts stelt u een aantal vragen, dit noemen wij ook wel een ‘time-out’. Als u een roesje krijgt, meten wij uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte.
U krijgt een drankje te drinken tegen het schuim in de maag.
We vragen u om eventueel losse gebitsdelen uit te doen en uw bril af te doen. U krijgt tijdens het onderzoek een beschermend bitje in de mond.
Het inbrengen van de gastroscoop
Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzijde op de behandeltafel. De verpleegkundige plaatst een bitje tussen uw tanden om uw gebit en de gastroscoop (een dunne buigzame kijkslang) te beschermen. De arts brengt de gastroscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken.
Lucht
Bij het inbrengen en het verdere onderzoek kunt u gewoon in- en uitademen door uw neus of mond. Er is voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen. Tijdens het onderzoek wordt lucht ingeblazen zodat we de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm goed kunnen bekijken. Het kan zijn dat u van de ingeblazen lucht moet boeren.
Biopt
Als de arts het nodig vindt, kan hij tijdens het onderzoek een stukje weefsel (een biopt) wegnemen voor verder onderzoek. Dit is niet pijnlijk. Als het onderzoek klaar is, verwijdert de arts de gastroscoop.
Duur gastroscopie
Het onderzoek duurt ongeveer vijf tot vijftien minuten.
Zorgverleners
Vleggaar, F.P. (Frank)
Medisch afdelingshoofd
Oldenburg, B. (Bas)
Maag-, darm- en leverarts
Moons, L.M.G. (Leon)
Maag-, darm- en leverarts
Fidder, H.H. (Herma)
Maag-, darm- en leverarts
Weusten, B.L.A.M. (Bas)
Maag-, darm- en leverarts
Monkelbaan, J.F. (Jan)
Maag-, darm- en leverarts
Schaik, F.D.M. van (Fiona)
Maag-, darm- en leverarts
Bogte, A. (Auke)
Maag-, darm- en leverarts
Didden, P. (Paul)
Maag-, darm- en leverarts
Postma, C. (Cindy)
Maag-, darm- en leverarts
Wolters, MSc, W.P.G. (Wendy)
Verpleegkundig specialist
Lunteren, MANP, MSc, E.R. van (Eke)
Verpleegkundig specialist slokdarm- en maagoncologie
Boontje, MSc, N.A. (Nynke)
Verpleegkundig specialist
Verstraete, C.J.R. (Carina)
Verpleegkundig specialist
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Na het onderzoek brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer. Als u een roesje hebt gekregen, moet u hier nog een uurtje uitslapen. Als u geen roesje hebt gehad, kunt u de afdeling weer verlaten zodra u alle papieren hebt ontvangen. Als u een keelverdoving hebt gehad, moet u één uur wachten met eten en drinken.
Uitslag
U krijgt een ontslagbrief. Hierin staat onder andere wat er tijdens het onderzoek is gezien/gedaan en wat u moet doen in geval van complicaties. Later krijgt u het hele verslag van de gastroscopie via de verwijzend arts.
Auto rijden
Op de dag van het onderzoek mag u geen auto besturen als u een roesje hebt gehad. Zorg er dus voor dat er iemand met u meegaat die u naar huis brengt, ook wanneer u met het openbaar vervoer naar huis gaat.
Mogelijke complicaties
Een gastroscopie is een veilig onderzoek. In zeldzame gevallen ontstaan er complicaties:
- U kunt tot enkele dagen na de gastroscopie last houden van een gevoelige keel.
- Door verslikken kan er maaginhoud in de longen terecht komen. Een enkele keer kan dit een infectie veroorzaken.
- Ook komen soms ademhalingsproblemen of hartfunctiestoornissen voor door het roesje.
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
Voor uitgebreide informatie over dit onderzoek kunt u de patiëntfolder doornemen.
In het geval dat u of uw kind dit onderzoek ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij dit onderzoek
Contact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u verwijzing nodig van de huisarts of medisch specialist.
Polikliniek Afdeling Endoscopie
De afdeling is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur