Diabetes na transplantatie
Na een transplantatie moet u medicijnen gebruiken die het afweersysteem remmen en afstoting van het getransplanteerde orgaan proberen te voorkomen. Deze medicijnen verhogen de kans op verhoogde bloedsuikers en suikerziekte (diabetes mellitus).
Uw lichaam heeft energie (brandstof) nodig. De belangrijkste brandstof is glucose, dit is een soort suiker. Deze glucose wordt uit de voeding opgenomen in het bloed dat het naar alle weefsels vervoert. Daar wordt het gebruikt om energie te leveren zodat uw spieren en organen kunnen werken.
De hoeveelheid glucose in het bloed noemen we de bloedsuikerspiegel. Het lichaam zorgt ervoor dat er niet te veel of te weinig glucose in het bloed zit. Dit gebeurt met het hormoon insuline, dat wordt gemaakt in de alvleesklier. Diabetes mellitus is een ziekte waarbij de glucosewaarden in uw bloed (bloedsuikerwaarden) te hoog zijn.
Symptomen uitklapper, klik om te openen
U kunt verhoogde bloedsuikers hebben zonder dat u hier last van hebt. Maar u kunt ook last krijgen van:
- erge dorst
- veel moeten plassen
- vermoeidheid
- slaperigheid
- futloos gevoel
Oorzaken uitklapper, klik om te openen
Diabetes komt veel voor na een longtransplantatie. Ongeveer 25-30% van deze transplantatiepatiënten heeft vijf jaar na de transplantatie diabetes gekregen.
Redenen hiervoor kunnen zijn:
- dat de alvleesklier minder insuline maakt door de medicijnen tegen afstoting
- dat de lichaamscellen door die medicijnen minder gevoelig zijn voor de insuline
- dat de lever meer glucose maakt door de medicijnen
Onderzoek en diagnose uitklapper, klik om te openen
Na een transplantatie meten wij regelmatig uw bloedsuikers. Dit gebeurt met een bloedonderzoek op de polikliniek en tijdens de ‘check-up dag’ na transplantatie met een glucose tolerantie test (GTT). Bij deze test krijgt u een glucosedrank te drinken. We meten de bloedsuiker vóór het drinken van de glucosedrank en 2 uur na het drinken. Als uw bloedsuikerwaarden te hoog zijn, krijgt u hiervoor medicijnen.
Behandeling uitklapper, klik om te openen
We kunnen diabetes (suikerziekte) behandelen met tabletten of door insuline te spuiten.
Als we de bloedsuikerwaarden niet meer normaal kunnen krijgen met tabletten, kan het gebeuren dat u al snel moet beginnen met het spuiten van insuline. Bijvoorbeeld als uw glucosewaarden erg ontregeld raken bij een afstotingsbehandeling of direct na de transplantatie.
De verpleegkundig specialist overlegt met de transplantatiearts en internist welk medicijn het meest
geschikt is voor u.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Meer informatie
Als u in het UMC Utrecht wordt behandeld voor diabetes, dan kunt u vragen stellen aan uw behandelaar via een e-consult op het patiëntenportaal.
Op de website van het Diabetesfonds staat ook informatie over diabetes. U kunt ook terecht op de website van de patiëntenvereniging voor mensen met diabetes: Diabetesvereniging Nederland.
Polikliniek Diabetologie
Meer weten uitklapper, klik om te openen
Wat hoort er bij dit ziektebeeld
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Diabetologie
De polikliniek diabetologie is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur.
Spoed
Heeft u een vraag die niet kan wachten, neem dan direct contact met ons op: 088 75 563 05
- Op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur, kies optie 1 SPOED.
- Buiten kantooruren via de telefooncentrale van het UMC Utrecht: 088 75 555 55. Vraag dan naar de dienstdoende medisch specialist interne geneeskunde.
Bereikbaarheid verpleegkundig diabeteszorg
Wilt u uw diabetesverpleegkundige of verpleegkundig specialist diabetes spreken, dan kunt u een telefonisch consult inplannen via telefoonnummer 088 75 563 05. Ook kunt u voor korte vragen een e-consult sturen via het patiëntportaal. Op www.umcutrecht.nl/inlog vindt u meer informatie over het patiëntportaal.