Chemo in de overtreffende trap
Arts-onderzoeker Josanne de Maar werkt aan een experimentele behandeling van borstkanker. Doel is om de hoeveelheid chemotherapie in de aangetaste borst zo hoog mogelijk te krijgen zonder dat de rest van het lichaam daar meer schade van ondervindt.
Ze kan bijna niet wachten. Na een lange voorbereiding gaat begin 2019 de i-GO studie van start. Hierin onderzoekt Josanne met collega’s een nieuwe techniek om borstkanker zonder operatie te kunnen behandelen. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat er meer kankercellen doodgaan als de hoeveelheid chemotherapie in de tumor groter is. Chemotherapie komt bij de meeste behandelingen via een infuus in het hele lichaam terecht; verhoog je dan simpelweg de totale dosis, dan worden de bijwerkingen in de rest van het lichaam te ernstig. Josanne: “Wij gaan nu onderzoeken of een nieuwe behandeling om alleen lokaal meer chemotherapie toe te dienen wel veilig is en goed verdragen wordt.”
Temperatuurgevoelige vetbolletjes
Bij de standaard chemotherapie voor uitgezaaide borstkanker worden meestal twee middelen per infuus toegediend: doxorubicine en cyclofosfamide. “Voor ons onderzoek is de doxorubicine verpakt in liposomen oftewel temperatuurgevoelige vetbolletjes. Deze vetbolletjes barsten open als zij opgewarmd worden en geven op de plek waar dat gebeurt een grote hoeveelheid doxorubicine vrij.” Het is dus zaak om tijdens het toedienen van deze chemo de tumor in de borst te verwarmen, terwijl de rest van het lichaam zijn vaste temperatuur houdt. Dat verwarmen gebeurt met behulp van MRI-geleide High Intensity Focused Ultrasound, afgekort tot
. Terwijl de patiënt op de MR-HIFU tafel ligt, worden de vetbolletjes via het infuus gegeven, zodat ze via de bloedvaten door het lichaam stromen en ook in de verwarmde tumor terecht komen.
Ultrageluidsgolven
Josanne: “De MRI zorgt ervoor dat we precies kunnen zien waar de tumor in de borst zit en dat we tijdens de behandeling de temperatuur kunnen meten. De HIFU bestaat uit sterke ultrageluidsgolven die gebundeld worden tot een brandpunt dat op de tumor is gericht. Vergelijk het met een vergrootglas waarmee je zonnestralen bundelt om een vuurtje te maken. De ultrageluidsgolven dringen door de huid heen en verwarmen zo de tumor, waar de vetbolletjes met doxorubicine openbarsten.” In de rest van het lichaam verwachten we dat er evenveel doxorubicine vrijkomt als bij een normale behandeling. Tijdens de behandeling is de patiënt onder sedatie – een soort lichte narcose. Na afloop wordt zoals gebruikelijk de andere chemo, de cyclofosfamide, via een infuus gegeven.
Spannend
“In theorie zou de behandeling lokaal beter moeten werken dan de standaard chemotherapie zonder extra bijwerkingen”, zegt Josanne, “maar het blijft spannend hoe zoiets in de klinische praktijk uitwerkt. We beginnen deze intensieve behandeling met zes patiënten, die uitgezaaide borstkanker hebben en niet meer te genezen zijn. We kijken hoe zij op de behandeling reageren. Wat ik zo bijzonder vind, is dat zij in eerste instantie niet voor zichzelf meedoen, maar voor toekomstige patiënten. Die kunnen er baat bij hebben, maar deze studie is een eerste stap om uit te vinden of dat werkelijk zo is.”
Meedoen aan wetenschapelijk onderzoek oncologie